De overgang

Nederlandse vrouwen komen gemiddeld op hun 52e jaar in de overgang. Dit is de periode in het leven van vrouwen waarin de eierstokken steeds minder hormonen aanmaken. Uiteindelijk stopt de aanmaak bijna helemaal. U merkt dan dat uw menstruatie onregelmatig wordt en uiteindelijk stopt. Ook kunt u overgangsklachten krijgen. Meestal gaat deze verandering langzaam. Sommige vrouwen hebben weinig klachten, andere vrouwen hebben veel last van overgangsklachten.

Gewone overgang

Typische overgangsklachten: Hiervan zijn opvliegers het meest bekend. Een opvlieger is het plotseling erg warm krijgen en gaan zweten. Ook ’s nachts zweten is een bekende klacht. Sommige vrouwen hebben ook veel last van moeheid, stemmingswisselingen, gewrichtsklachten, huidveranderingen of veranderde lichaamsbeleving. Het is moeilijk te voorspellen hoeveel last iemand hiervan heeft, dit is voor elke vrouw anders.

Seksualiteit: Door de lage hoeveelheid vrouwelijk hormoon hebben vrouwen vaak minder seksuele verlangens (medische term: libido). Het slijmvlies van de vagina wordt dunner. Ook wordt de vagina minder vochtig. Dit kan droogheid en/of pijn bij het vrijen geven.

Vroege overgang

Door het weghalen van de eierstokken stopt de aanmaak van hormonen direct. Het grootste nadeel van het weghalen van de eierstokken is de vroege overgang. U komt namelijk 10 tot 15 jaar eerder in de overgang dan wanneer u geen operatie laat doen. De typische overgangsklachten kunnen dan plots ontstaan, terwijl bij de gewone overgang klachten langzaam toenemen. Naast de klachten van de gewone overgang heeft u door de vroege overgang ook meer kans op ziekten op latere leeftijd:

  • Botontkalking: Na de overgang zijn er minder hormonen en is er daarom ook minder botopbouw. Hierdoor is de kans op botontkalking groter. De kans op botbreuken is dan ook groter.
  • Hart- en vaatziekten: Door het wegvallen van vrouwelijke hormonen na de overgang, wordt de kans op hart- en vaatziekten en overlijden daaraan hoger.
  • Mogelijk is er ook meer kans op geheugenproblemen.

Er zijn mogelijkheden om deze nadelen van de vroege overgang te verminderen, onder andere door hormonen te nemen.

Hormoon-vervangers

We adviseren hormonen te gebruiken vanaf de operatie tot de leeftijd van ongeveer 50 jaar. Dit kan bijvoorbeeld met tabletten, een spray of met pleisters samen met een hormoon-houdende spiraal. Maar niet alle vrouwen willen of mogen hormonen gebruiken. Hormonen worden bijvoorbeeld afgeraden aan vrouwen die borstkanker hebben gehad. U bepaalt samen met uw dokter of u hormonen kunt en wilt gebruiken.

Hormoon-vervangers helpen vaak goed om overgangsklachten tegen te gaan. De typische overgangsklachten als opvliegers, nachtzweten en seksuele klachten worden vaak minder, maar blijven niet altijd helemaal weg.

Hormoon-vervangers werken niet zo goed als de hormonen van het eigen lichaam. Ook werken ze niet bij alle vrouwen even goed. Soms duurt het ook een tijd voordat de juiste hormoon-vervanger wordt gevonden. Daarnaast is nog niet bewezen dat hormoon-vervangers helpen tegen alle overgangsklachten. Waarschijnlijk voorkómen ze wel een deel van de botontkalking. En ze kunnen ook werken tegen hart- en vaatziekten en geheugenproblemen, maar helemaal zeker weten we dat nog niet.

Vrouwen die borstkanker hebben gehad kunnen beter geen hormonen gebruiken. Er is namelijk geen bewijs dat hormonen dan veilig gebruikt kunnen worden. Toch zijn er redenen, bijvoorbeeld bij ernstige overgangsklachten, om hormoon-vervangers te bespreken met uw arts.

Na hormoongevoelige borstkanker zijn hormoon-vervangers in principe nooit een optie. Na hormoon-ONgevoelige borstkanker (triple negatief) worden hormoon-vervangers ook afgeraden. Maar als u al lang geleden (bijvoorbeeld meer dan 5 jaar) hormoon-ONgevoelige borstkanker had met veel overgangsklachten, dan kunt u misschien toch hormoon-vervangers proberen. U kunt dit met uw arts bespreken. 

 

Niet-hormonale behandeling

Sommige vrouwen willen of mogen geen hormonen gebruiken. Er zijn ook andere manieren om minder last te hebben van de overgang. Dit zijn bijvoorbeeld leefstijl-adviezen (gezonde voeding, bewegen, niet roken, minder/geen alcohol), die gelden voor elke vrouw.

Er zijn ook medicijnen zónder hormonen die opvliegers en zweten kunnen verminderen. Deze medicijnen zijn minder goed onderzocht en minder effectief dan de medicijnen met hormonen. Bespreek dit daarom met uw arts. Seksuele problemen kunnen verminderen door bijvoorbeeld een glijmiddel of Premeno Duo. Meer informatie en tips over seksualiteit op seksualiteit.nl. Gebruik van vitamine D wordt geadviseerd om botontkalking te verminderen.